Aanbieding

Aanbieding

Terug naar navigatie - Aanbieding


Geachte leden van de raad,

Hierbij bieden we u de programmabegroting 2025 aan. Zoals we u al informeerde bij de kadernota 2025,  is de  financiële  toekomst voor  2025 – 2028, met enig understatement, uitdagend te noemen.  Ons financieel  voorland  vraagt daarom om terughoudendheid bij nieuw structureel  beleid of uitbreiding van bestaand beleid. De betaalbaarheid van onze lopende opgaven staat immers al onder  druk.  De kaders waarbinnen we deze begroting 2025 hebben uitgewerkt  zijn daarom: afmaken waar we mee bezig zijn, terughoudend met extra structurele lasten, geen onomkeerbare maatregelen of bezuinigingen in deze meerjarenramingen en het stabiel houden van de woonlasten voor onze inwoners.

Op basis van die uitgangspunten zijn we  er in geslaagd een reëel en structureel sluitende  begroting 2025. Het zal geen verrassing zijn dat een sluitende meerjarenraming 2026 – 2028 nog niet is gelukt. Het lijkt erop dat driekwart van de Nederlandse gemeenten met diezelfde uitdaging te maken heeft. De stijging van de lasten als gevolg van de inflatie en de kostenstijgingen in de jeugdzorg, gekoppeld aan de daling van de algemene uitkering als gevolg van een nieuwe financieringssystematiek, worden duidelijk zichtbaar in onze begroting. Het gevreesde “Ravijnjaar” lijkt werkelijkheid te worden.
Het regeerakkoord van het kabinet houdt de miljardenkorting op de gemeenten in stand. Hiermee lijkt de balans tussen taken en middelen voor de jaren 2026 – 2028 structureel te worden verstoord. Dat heeft ingrijpende gevolgen voor de uitvoering van de medebewindstaken zoals de Participatiewet, de WMO en de Jeugdwet. In plaats van investeringen in de leefomgeving en voorzieningen voor onze inwoners worden we genoodzaakt tot uit- en afstel van plannen en bezuinigingen op budgetten en kredieten. Ook wil het kabinet de belastingautonomie van de gemeenten beperken door een plafond vast te stellen voor tariefsverhogingen OZB.

Hoewel het kabinet ook van zins is de Spreidingswet af te schaffen, maken we daar voor de begroting 2025 nog maximaal gebruik van. De €2,7 miljoen die we eind dit jaar uit die wet ontvangen, wordt toegevoegd aan onze reserves. Zoals we in de kadernota aangaven, mogen die reserves, onder voorwaarden, worden ingezet voor structurele dekking. Om de begroting 2025 reëel sluitend te maken is die verwerking noodzakelijk. De meerjarenraming 2026 – 2028 geeft nog voor die jaren negatieve begrotingssaldi. De betekenis daarvan is de winstwaarschuwing hoe groot de opgave de komende jaren is om een structureel sluitende begroting vanaf het “ravijnjaar” 2026 te kunnen vaststellen. En eind 2025 moeten we u, tenminste voor 2026, een structureel sluitende begroting voorleggen. Gaven we in de kadernota nog een tekort van €0,5 miljoen te verwachten, bij  het opmaken van de begroting liep dat tekort al snel op naar € 1,5 miljoen structureel door onder andere een prognose van €0,7 miljoen aan structurele extra lasten in de jeugdzorg. 
Desondanks zijn we erin geslaagd aan de  hiervoor genoemde uitgangspunten te voldoen. Terughoudend met structurele lasten door waar mogelijk uitvoering zowel inhoudelijk als financieel in 2025 op meerwaarde te beoordelen voordat nieuw beleid voor structurele verwerking in aanmerking komt. We hebben de begroting opgezet volgens het principe “2025 = 2024”.  Ook zijn drie begrotingsjaren op budgetniveau geanalyseerd en zijn structurele onder uitputtingen  als besparingen ingeboekt. Alleen onvermijdelijke en wettelijke ontwikkelingen zijn verwerkt. Besparingen op gemeenschapsvoorzieningen en onomkeerbare ombuigingen hebben we in deze begroting nog kunnen vermijden. 

Er is geen automatische indexatie op budgetten toegepast alleen daar waar het onvermijdelijk is vanwege externe en/of wettelijke oorzaken zoals de gemeenschappelijke regelingen, regionale afspraken in het sociaal domein en CAO overeenkomsten. Alle prijsverhogingen in de overige budgetten werken daarmee als een reële budgetverlaging. 

Zoals u, raadsbreed, ons met uw algemene beschouwingen bij de kadernota heeft opgedragen geven we prioriteit aan onderwijshuisvesting, de gemeenschapshuizen Gastel en Dorplein, de Cranendonckse belangen in de Brainport regio en de mobiliteitsstrategie. Die onderwerpen brengen we  naar een volgende uitvoeringsfase in 2025. Daarbij zijn we er in geslaagd de stijging van de woonlasten voor onze inwoners te beperken door onder andere woonlasten uit de financieel gesloten systemen riool en afval “uit te ruilen” met een algemeen besteedbare ozb opbrengst. Dat heeft per saldo nauwelijks gevolgen voor de inwoners omdat de woonlasten over de periode 2023 - 2025 slechts met 1% stijgen. Tegelijkertijd geeft het u als raad meer bewegingsruimte bij uitoefenen van uw budgetrecht. Een deel van die vrij besteedbare ozb opbrengst reserveren we voor investeringen in brede welvaart zoals gemeenschapsvoorzieningen en onderwijs zoals u ook bij de kadernota heeft meegegeven.

Bij het opmaken van deze begroting gaan we ervan uit dat u op 15 oktober de strategische visie, het Kompas voor Cranendonck,  vaststelt en daarmee onze koers bepaalt voor de komende jaren: het behoud en de verdere ontwikkeling van brede welvaart voor onze inwoners. Cranendonck kent een sterke sociale cohesie en een hoge maatschappelijke betrokkenheid onder inwoners. Ook hebben we een  sterke economie en een door inwoners zeer gewaardeerd landschap. Om deze krachten te behouden en te kunnen benutten is het van belang dat we  goed inspelen op de veranderingen in de wereld om ons heen. 

Daarom kiezen we voor:

•    Vitale gemeenschappen 
•    Groei van de gemeente
•    Duidelijke ontwikkelprofielen voor de zes kernen

Het Kompas voor Cranendonck is de nieuwe leidraad voor alle gemeentelijke beleid en plannen. In de uitvoering van deze programmabegroting 2025-2028 wordt zoveel mogelijk de relatie met het Kompas gelegd. In hierop volgende begrotingscycli wordende doelen van het Kompas voor Cranendonck ook mede  bepalend  voor de structuur van de begroting.

In de  programmabegroting 2025 is ook een stap gezet naar meer samenhang tussen missie, strategische doelstellingen en concrete activiteiten. Elk programma kent haar specifieke doelstellingen die behaald moeten worden door de direct daaraan verbonden inspanningen met concrete resultaten. Daarmee kan het zijn dat de compacte en concrete teksten wat afwijken van wat u gewend bent. Uiteindelijk is het de bedoeling dat meer en duidelijkere samenhang in de begroting tussen missie, doelen en resultaten uw controlerende én kaderstellende rol meer en beter ondersteunt.

Deze programmabegroting is onder een ander financieel gesternte dan die van de voorgaande jaren tot stand gekomen. We zijn er desondanks van overtuigd u hiermee voor 2025 een realistische begroting voor te leggen waarvan de uitvoering een belangrijke impuls geeft aan het behoud en de verdere ontwikkeling van brede welvaart voor onze inwoners.

Roland van Kessel
Karel Boonen
Hennie Driessen
Marcel Lemmen