Belangrijkste financiële aspecten uit de begroting

Begrotingsbeeld

Terug naar navigatie - Belangrijkste financiële aspecten uit de begroting - Begrotingsbeeld

Wij voeren een gezond en op realiteitszin gebaseerd financieel beleid dat past bij onze gedeelde ambities die onder deze begroting liggen. Bij een gezond financieel beleid zetten we in op een structureel meerjarig sluitende begroting (begrotingsevenwicht). Hierbij gaan we uit van stabiele en solide gemeentelijke woonlasten. 
Op basis van de actualisatie van het financiële beeld van de kadernota 2026 was de verwachting dat de jaren 2026 en 2027 structureel en reëel sluitend zijn en dat het “ravijnjaar” is doorgeschoven naar 2028/2029. Dat beeld wordt in deze begroting bevestigd.

Wij presenteren een reëel en structureel sluitende begroting voor 2026 en 2027 en laten voor 2028 en 2029 structurele tekorten zien die grotendeels voortkomen uit onzekerheden en onduidelijkheden vanuit het Rijk voor structurele dekking op omvangrijke gemeentelijke taken zoals het sociaal domein. De grote opgaven waar Cranendonck voor staat, de ontwikkelingen in de regio en het op peil houden en brengen van onze uitvoeringscapaciteit, betekenen wel dat we moeten investeren in onze ambtelijke organisatie. Voorstellen hiervoor zijn in deze begroting opgenomen. 

De tekorten vanaf 2028 worden vooral veroorzaakt door de verwachte daling van de algemene uitkering. Vanaf 2027 blijft de omvang van de algemene uitkering zeer onzeker, omdat er na de verkiezingen een nieuw kabinet wordt geformeerd. Concreet betekent dit dat de kabinetsafspraken tot en met 2026 in de algemene uitkering zijn verwerkt en dat de onzekerheid blijft totdat het nieuwe kabinet haar plannen over de omvang van het gemeentefonds presenteert. 

De voorliggende begroting is voldoende robuust. Dit wil zeggen dat we structureel evenwicht in het jaar 2026 en 2027 hebben en ons weerstandsvermogen (o.a. algemene reserve) ruim voldoende is om risico’s de komende jaren op te kunnen vangen. Zeker in deze tijd van onzekerheid is het belangrijk om een buffer te hebben. Een gedeelte van deze buffer (algemene reserve) zetten we in als algemeen dekkingsmiddel. Met onderstaand begrotingsbeeld blijven we binnen de normen van het provinciaal toezicht. 

In 2026 houden we u op de hoogte van de ontwikkeling van deze macro-economische risico’s en de onvoorziene ontwikkelingen. We blijven onze financiële positie intensief volgen en sturen indien nodig bij. Verder starten we in 2026 een proces met als doel om ook in de jaren na 2027 een reëel sluitende begroting te presenteren. 

Toelichting actueel begrotingsbeeld

Terug naar navigatie - Belangrijkste financiële aspecten uit de begroting - Toelichting actueel begrotingsbeeld

In de voorliggende begroting hebben we vanuit de raadsagenda 2023-2026 onderwerpen opgenomen. Verder zijn de structurele doorwerkingen van de Burap 2025 opgenomen. De algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2025. De budgetten in het sociaal domein zijn gebaseerd op het beleidsplan sociaal domein. De financiële gevolgen van het integraal huisvestingsplan onderwijs, de nota beheer infrastructuur en vastgoed, het Duurzaam Meerjaren Onderhoudsplan (DMOP), het koersdocument cultuur en het koersdocument sport en bewegen zijn vertaald in deze begroting.  

Een belangrijk aandachtspunt voor de meerjarenraming zijn de financiële gevolgen van de sluiting van het AZC. Omdat deze op dit moment nog onvoldoende duidelijk is zijn deze niet in de meerjarenraming verwerkt. 

Op dit moment is een aantal projecten in voorbereiding. Omdat hiervoor nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden en de financiële gevolgen onvoldoende inzichtelijk zijn, was het niet mogelijk om de financiële gevolgen hiervan in de primaire meerjarenbegroting 2026-2029 te verwerken. De projecten hebben we wel inzichtelijk gemaakt in het overzicht ‘projecten in voorbereiding’. Verwerking in de begroting 2026-2029 vindt plaats nadat de raad hierover heeft besloten. 

Ontwikkeling meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - Belangrijkste financiële aspecten uit de begroting - Ontwikkeling meerjarenperspectief

In onderstaande tabel ziet u de stand van zaken na de kadernota 2026 en de meicirculaire 2025. Het startsaldo van de begroting 2026.

2026 2027 2028 2029
Actueel beeld begrotingssaldo (mutatie overzicht juli)
Structureel -2.484 -2.449 -2.380 -2.380
Incidenteel -288 0 0 0
Totaal -2.772 -2.449 -2.380 -2.380
Kadernota 2026 en meicirculaire 2025
a. Meicirculaire 2025 3.162 2.924 2.143 717
b. Vrijval stelpost algemene uitkering (pag. 15 kadernota 2026) 200 200 200 200
c. Stelpost AZC (pagina 15 kadernota 2026) 200 200 200
d. Ozb inzet gemeenschapshuizen eenmalig niet benodigd 177
Startsaldo begroting 2026
Structureel 1.255 875 163 -1.463
Incidenteel -288 0 0 0
Totaal 967 875 163 -1.463

Toelichting ontwikkelingen kadernota 2026

Terug naar navigatie - Belangrijkste financiële aspecten uit de begroting - Toelichting ontwikkelingen kadernota 2026

a.     Algemene uitkering  
De algemene uitkering uit het gemeentefonds bepaalt voor 60% de inkomsten voor de gemeente. De algemene uitkering heeft de afgelopen jaren grote schommelingen laten zien door de economische ontwikkelingen en door de herverdeling van het gemeentefonds.  
Begin juli 2025 bent u via de raadsinformatiebrief geïnformeerd over de financiële gevolgen van de meicirculaire 2025. De resultaten van de meicirculaire 2025 zijn verwerkt in de voorliggende begroting. 

b. Vrijval stelpost algemene uitkering 
Gelden die vanuit de algemene uitkering voor de diverse beleidsvelden (o.a. Wet open Overheid, versterking toeslagenaffaire, antidiscriminatie voorziening) zijn gealloceerd, worden al jaren niet benut.

c. Stelpost AZC
Vanaf 2025 reserveren we een bedrag van € 200.000 onder de noemer van stelpost AZC met het oog op frictiekosten bij sluiting van het AZC. Deze post blijft voor de jaren tot en met 2028 onbenut.

d. Reserve gemeenschapsvoorzieningen
Vanaf 2025 wordt  3% van de ozb opbrengst in de reserve gemeenschapsvoorzieningen gestort (177k). Deze reservering wordt gebruikt om de kapitaallasten van de nieuw- en verbouw van de gemeenschapshuizen op te kunnen vangen. In 2026 is dit bedrag niet nodig omdat de kapitaallasten van de Schakel en de Cranehoeve op zijn vroegst vanaf 2027 gaan lopen.

Ontwikkelingen meerjarenperspectief na kadernota 2026

Terug naar navigatie - Belangrijkste financiële aspecten uit de begroting - Ontwikkelingen meerjarenperspectief na kadernota 2026

Vanaf de kadernota 2026 en meicirculaire 2025 hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan. In onderstaande tabel ziet u de ontwikkeling van het begrotingssaldo.

2026 2027 2028 2029 I/S
Startsaldo begroting 2026
Structureel 1.255 875 163 -1.463
Incidenteel -288 0 0 0
Totaal 967 875 163 -1.463
Ontwikkelingen na kadernota 2026
1. herberekening algemene uitkering meicirculaire 2025 -158 -164 -83 962 S
2. structurele doorwerkingen burap 2025 79 -121 -121 -121 S
3. lagere rente- en afschrijvingskosten 914 814 418 537 S
4. besparingen kadernota 2026 128 128 128 128 S
5. netto-verhoging verbonden partijen -269 -133 -134 -159 S
6. Ontwikkelingen in programma's
- programma 1 -471 -580 -480 -547 I/S
- programma 2 -93 -93 -18 -18 I/S
- programma 3 -154 -64 -64 -64 I/S
- programma 4 -631 -636 -612 -612 I/S
- programma 5 -976 -831 -728 -683 I/S
7. niet benodigde middelen geoormerkte middelen sport 176
8. stijging salarissen -140 -140 -140 -140 S
9. afval, riool en uren aan grexen en projecten 1 110 124 -82 S
10. Netto resultaat leges 14 -16 -16 -16 S
11. ontwikkeling woonlasten 57 180 321 593 S
12. 2% prijscompensatie niet geclaimde budgetten 95 95 95 95 S
13. Inzet surplus algemene reserve 0 400 400 400 S
Saldo primitieve begroting 2026
Structureel 388 231 -512 -1.115
Incidenteel -849 -407 -235 -75
Totaal -461 -176 -747 -1.190

1.    Herberekening algemene uitkering 
Op basis van een nadere analyse van de stijging van het aantal inwoners is de omvang van de algemene uitkering vanaf 2026 bijgesteld.  

Verder is de mutatie van de  algemene uitkering – opgenomen in de raadsinformatiebrief van de meicirculaire 2025 – voor het jaar 2029 te laag geraamd. In de berekening  is de  mutatie van de jaarschijf 2029 (kopie van de jaarschijf 2028) niet goed verwerkt.  

2.    Structurele doorwerkingen Burap 2025 
In de vergadering van 23 september jl. is de Burap 2025 vastgesteld. De volgende structurele doorwerkingen van de BURAP 2025 zijn in de begroting 2026-2029 verwerkt: 

Structurele doorwerkingen burap 2025 2026 2027 2028 2029
Structureel hogere bijdrage GRSa2 -266 -266 -266 -266
Per saldo voordeel bijstandsontvangers 200 200 200 200
Reiskosten inburgering niet vergoed via SPUK -98 -98 -98 -98
Hogere opbrengsten pachten 50 50 50 50
Hogere bijdrage Veiligheidsregio Brabant Zuid Oost -55 -55 -55 -55
Subsidies: verlagen subsidieplafond 0 0 0 0
Btw sport 75 75 75 75
Hogere accountantskosten -10 -10 -10 -10
Gemeenschapshuizen; administratieve correcties -29 -29 -29 -29
Huren brandweerkazernes 25 25 25 25
Overige geringe afwijkingen < € 25.000 -13 -13 -13 -13
Totaal structurele doorwerkingen Burap 2025 -121 -121 -121 -121
Knoop Maarheeze (voordeel 2026) 200
Totaal resultaat Burap 2025 voor 2026-2029 79 -121 -121 -163

Verder is in de burap 2025 aangegeven dat het incidentele voordeel dat voor het 2026 voor de Knoop Maarheeze ontstaat in de begroting 2026-2029 wordt verwerkt.

3.    Lagere rente- en afschrijvingskosten
Jaarlijks actualiseren we de meerjarige rente- en afschrijvingslasten. Op basis van deze actualisatie zijn de afschrijvings- en rentekosten lager. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat niet alle investeringen in het tempo zijn uitgevoerd zoals in de raming is opgenomen. Met name de investeringen Revitalisering Dorpshart Budel, de gemeenschapsvoorzieningen de Cranehoeve en de Schakel, investeringen die zijn opgenomen in het integraal huisvestingsprogramma onderwijs (IHP), Samen naar de A2,  vervanging tractiemiddelen, projecten in het uitvoeringsprogramma wegen en het uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer.

Verder ramen we lagere rentekosten omdat het afgelopen halfjaar de rente op de kapitaalmarkt daalde. In de begroting 2026 houden we rekening met een rentepercentage van 2,75% (was 3,25%).

De kapitaallasten van de het aanvullend krediet Meemortel (raad september 2025) zijn in deze begroting verwerkt.

4.    Besparingen kadernota 2026
In de kadernota 2026 zijn een aantal mogelijke besparingen opgenomen. De volgende besparingen zijn naar uw wens in deze begroting verwerkt:

Tabel besparingen
Programma 1 43.575
Kostendekkendheid omgevingsvergunningen 25.000
Omgevingskwaliteit / stedenbouwkunde 3.575
Stortkosten Kringloop 25.000
Containerwisselingen in rekening brengen 6.000
Ondergrondse containers overnemen 10.000
In afvalstoffenheffing meenemen -41.000
Eikenprocessierups 15.000
Programma 4 58.500
Preventiebudget jeugd 38.500
OCO (clientondersteuning) 20.000
Programma 5 25.834
Toeristenbelasting 10% 25.834
Totaal besparingen 127.909

5.    Netto-verhoging verbonden partijen
Door de gestegen salariskosten zien we een stijgende lijn in de bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Voor de jaarschijf 2026 bedragen de uitgaven aan de gemeenschappelijke regelingen ruim € 13,9 miljoen, circa 18% van het begrotingstotaal. 

We hebben de betreffende begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen met daarin de onderbouwing van de kosten aan de raad gepresenteerd. Op basis van deze begrotingen stijgt de bijdrage van de verbonden partijen in 2026 met € 563.000.  
 
De oorzaak van de stijging is de verhoging van de bijdrage aan de GRSA2 (€ 516.000), de GGD (€ 30.000), Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost (VRBZO) (€ 56.000) de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) (€ 24.000), de en MRE (€ 20.000). De bijdragen zijn gebaseerd op de vastgestelde begrotingen van deze verbonden partijen.  
 
Een gedeelte van de stijging vangen we op door inzet van de stelpost loon- en prijscompensatie (€ 295.000). 

6.    Ontwikkelingen binnen de programma’s
In de begroting 2026 nemen wij in de jaarschijf 2026  en 2027 (circa € 2,3 miljoen ) en vanaf 2028 (circa € 1,9 miljoen) op. In bijlage 8 “ontwikkelingen begroting 2026” zijn deze lasten gespecificeerd.

De belangrijkste ontwikkelingen zijn: 
a.  Bijdrage subsidiekosten in het kader van het Beethovenproject (versnelling woningbouw) € 375.000
b.  Extra middelen gemeenschapshuizen (De Borgh en de Smeltkroes) (€ 260.000).
c.  Extra middelen uitbreiding oefenterrein Weerterheide (€ 90.000)
d. Toezicht en handhaving: Project permanente bewoning vakantiepark (€ 100.000).
e. Extra middelen sociaal makelaar (€ 140.000)
f. Investeringen in de openbare ruimte (Samen naar de A2, verkeersveiligheid, wegen en riolering). 
g. Investeringen/vervangingen sportaccommodaties o.b.v. het uitvoeringsprogramma sport 2026: o.a. opstellen uitvoeringsplan 2027-2030, tennisbanen TCM, renovatie voetbal Rood Wit 67, toegankelijk maken van sportparken, watertappuntenplan, vitaliteitsscan.
h. Opstellen omgevingsplan.
i. Verduurzaming hervormd Kerkje (€ 90.000).
j. Investeren in onze ambtelijke organisatie: nodig voor de grote opgaven waar Cranendonck voor staat, de ontwikkelingen in de regio en het op peil houden en brengen van onze uitvoeringscapaciteit. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de programma's en naar de  paragraaf  bedrijfsvoering.

7.    Niet benodigde geoormerkte middelen sport
In de begroting 2025-2028 zijn de middelen (circa € 240.000) voor de sportvisie vanaf 2026 geoormerkt o.a. voor de uitvoeringsprogramma’s sport voor de komende jaren. In 2026 worden deze middelen gedeeltelijk benut. Deze niet benodigde middelen zijn een voordeel voor 2026. 

8.    Stijging salariskosten
De salariskosten in de begroting 2026 zijn gebaseerd op de cao die op 31 maart 2027 afloopt. De cao-stijging vangen we op door de stelpost loon- en prijsstijging in te zetten.
 
De stijging van de salariskosten door voorgestelde investeringen in de organisatie zijn onder de ontwikkelingen per programma opgenomen. In de programma’s is een toelichting gegeven waarvoor en waarom deze investeringen nodig zijn. De stijging van de salariskosten (exclusief de voorgestelde investeringen in de organisatie) wordt veroorzaakt door de periodieke verhogingen en de structurele doorwerking van de functiewaardering HR21. 

Voor een toelichting op het totale P-budget verwijzen wij u naar de paragraaf bedrijfsvoering.   

9.    Afval, riool, doorberekende uren aan projecten 
Binnen de beleidsvelden afval en riolering ontstaat per saldo een voordeel in de jaren 2027 en 2028 en in 2029 een nadeel. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat de doorberekende uren (inclusief overhead) per saldo hoger zijn dan de raming. Aan riolering worden meer uren en rentekosten doorbelast en aan afval worden minder uren doorberekend. Deze per saldo hogere doorbelastingen worden in het tarief doorberekend. Hierdoor wordt de exploitatie per saldo minder belast .   
 
Anderzijds is de btw-component die in de afvalstoffenheffing en het rioolrecht wordt doorberekend hoger dan geraamd. Op de beleidsvelden afval en riool ontstaat hierdoor een voordeel. 

10.    Netto resultaat leges
Bij het opstellen van de begroting 2026-2029 hebben we een berekening van de leges tarieven geactualiseerd. De financiële gevolgen van de actualisatie van de legesverordening 2026 zijn in de begroting 2026-2029 verwerkt. 

Bij de berekening van de legestarieven houden we rekening met de kaders van de raad. Geconcludeerd is dat het bereiken van 100% kostendekkendheid van tarieven complex is. Dit is complex omdat we rekening moeten houden met regionale afspraken, kaders van de raad, maatschappelijke doelstellingen en wettelijk vastgestelde tarieven. Het kostendekkingspercentage voor 2026 komt uit op 81,32% (2025: 78,20%). 

Het netto voordeel van de actualisatie van de leges is voor 2026 € 14.000. Vanaf 2027 verwachten wij een nadeel van € 16.000. In de paragraaf lokale heffingen is een uitgebreide toelichting opgenomen. 

11.    Ontwikkeling woonlasten
Ook voor 2026 kiezen we voor een terughoudende ontwikkeling van de woonlasten. Wij stellen voor om de extra ozb opbrengst van 2025 (€ 101.000) terug te geven aan de inwoner. Dit betekent dat het ozb tarief in 2026 niet stijgt met inflatiepercentage (2,7%), maar met circa 1,1% stijgt. Verder stellen we voor om het vaste tarief en de variabele tarieven van de afvalstoffenheffing te verhogen met het inflatiepercentage. Voor het rioolrecht stellen we een verhoging van € 12 voor. Daarmee sluiten we aan bij de het starttarief van het GRP 2026-2029, dat in december 2025 in uw raad wordt behandeld. Uit het overzicht “ontwikkeling woonlasten” in de paragraaf lokale heffingen blijkt dat in de periode 2022-2026 de totale woonlasten gemiddeld met 1,3% per jaar zijn gestegen. 
   
In de begroting 2026-2029 is een areaaluitbreiding voor woningen (0,4%) en voor niet-woningen (0,2%) verwerkt. Verder is in de jaren vanaf 2027 een verhoging van 2% van het ozb tarief meegenomen. Dit doen we omdat jaarlijks de lonen en prijzen stijgen. Omdat de jaarschijf 2029 een kopie is van 2028 betekent dit een voordeel vanaf 2029 van € 131.000.  

Voorgesteld wordt om vanaf 2027 in de begroting jaarlijks een extra ozb verhoging van 2% mee te nemen. Wil de gemeente Cranendonck haar rol aan de regionale tafels goed kunnen vervullen en de uitvoering van een groot deel van haar taken naar de inwoners toe, op peil houden, dan is daarvoor een extra investering noodzakelijk. Wij vinden het redelijk een deel van die investeringen om te slaan in verhoging OZB omdat hiermee de dienstverlening aan inwoners verbetert c.q. op peil blijft. 

12.    2% prijscompensatie niet geclaimde budgetten
Om de loon- en prijsstijgingen op te vangen nemen wij al jaren een stelpost op en verhogen wij niet automatisch de budgetten. Eventuele niet-benodigde loon- en prijsstijgingen in enig jaar komen dan als voordeel terug in de exploitatie. Het indexeren van budgetten is namelijk al jaren geen automatisme. Alleen aantoonbare loon- en prijsstijgingen komen hierdoor in aanmerking voor indexatie. 

Binnen de algemene uitkering ontvangen we 2,7% prijscompensatie. In 2026 stellen wij voor om de gemeentelijke budgetten met 2% te indexeren. Daar waar het onvermijdelijk is vanwege externe en/of wettelijke oorzaken zoals de gemeenschappelijke regelingen, regionale afspraken in het sociaal domein wordt dit percentage niet toegepast. Alle lagere prijsverhogingen in de overige budgetten werken daarmee als een reële budgetverlaging en zijn een voordeel voor de begroting.

13.     Inzet surplus algemene reserve
Gemeenten mogen vanaf 2025 jaar het surplus in de algemene reserve (de reserve waar geen bestemming aan is gegeven) aanwenden voor het dekken van structurele exploitatielasten. Van dit vrij besteedbare deel, het surplus, mogen gemeenten 10% inzetten voor structurele lasten. Dit onder de voorwaarde dat de solvabiliteit van de gemeente groter of gelijk aan 20% is en blijft. Dit deel wordt dan tot ‘structurele baat’ bestempeld. Ook moet het weerstandsvermogen naar het oordeel van de toezichthouder voldoende zijn, gebaseerd op een adequate risico-inventarisatie.

Voorgesteld wordt om in 2026 het bedrag in te zetten dat in de begroting 2025-2028 in de jaarschijf 2026 is verwerkt (€ 374.000) in te zetten. Daarmee bestendigen we de ingezette lijn. Vanaf 2027 stellen we voor om € 400.000 van het surplus van de algemene reserve in te zetten. De totale ruimte is circa € 1 miljoen per jaar. Daarvan zetten wij € 400.000 in.

Projecten in voorbereiding (nog geen besluitvorming)

Terug naar navigatie - Belangrijkste financiële aspecten uit de begroting - Projecten in voorbereiding (nog geen besluitvorming)

Op dit moment zijn de projecten die in onderstaande tabel staan in voorbereiding. Omdat hierover nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden zijn de financiële gevolgen hiervan niet verwerkt in de primaire meerjarenbegroting 2026-2029.

Projecten in voorbereiding (nog geen besluitvorming)
2026 2027 2028 2029
PR 1 (Overdracht) Woonwagens pm pm pm pm
PR 1 Treintje Budel Schoot pm pm pm pm
PR 1 Uitvoeringsprogramma Masterplan Mobiliteit pm pm pm pm
PR 1 Notitie beheer en onderhoud openbaren ruimte 2026-2029 pm pm pm pm
PR 5 Financiële gevolgen sluiting AZC pm pm
PR 4 Doorvoeren maatregelen Hervormingsagenda jeugd pm pm pm pm
PR 1 Verbetering Openbare Ruimte Baronie pm pm pm pm
PR 1 Verkeer: verkeersafwikkeling vrachtverkeer zuidkant Cranendonck pm pm pm pm
Totaal projecten in voorbereiding (nog geen besluit) 0 0 0 0